Verslag van mijn reis juni 2015 naar de Findhorn Community in Schotland
5 juni
Ik heb me ingeschreven voor het Findhorn International Forum on Sustainability uit drie overwegingen.
Ten eerste omdat Lisette Schuitemaker, de huidige voorzitter van de Trustees van de Findhorn Foundation, het me vroeg en ik haar beoordelingsvermogen vertrouw.
Verder staat Findhorn al heel lang op mijn lijstje van te bezoeken plekken op aarde. Hier hebben 52 jaar geleden Peter en Eileen Caddy, samen met Dorothy Maclean (de enige van de drie oprichters die nog leeft en die inmiddels 94 jaar is) een internationale spirituele gemeenschap gestart waarbij het dichterbij de natuur en de natuurwezens leven voorop stond. De gemeenschap is vormgegeven aan de hand van de intuïtieve leiding die Eileen Caddy dagelijks ontving. Het resultaat is een gemeenschap van bijna 1000 mensen, ooit gesticht op een kaal stuk Schotse grond van zand en gravel, gelegen op een landtong tussen de zeearm Moray Firth en de baai van Findhorn. De gemeenschap bloeit, na een halve eeuw van veelbewogen ontwikkelingsschokken, nog steeds en straalt krachtige vernieuwingsimpulsen uit naar nationale en internationale bewegingen.
Tenslotte is het thema duurzaamheid mijn beroepsterrein als hoogleraar in Tilburg en ben ik altijd nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen, vooral als deze ook nog zijn gekoppeld aan spirituele thema’s.
Op vrijdag 5 juni 2015 vertrekken Lisette, een vriendin van haar en ik welgemoed vanuit Schiphol met een directe vlucht naar Inverness, dat nog geen uur rijden van Findhorn ligt. Tegen deze vlucht heb ik opgezien. De mogelijkheid om weer te vliegen was mede een reden om de reis te boeken. Na een fietsongeluk heb ik lang last gehouden van duizeligheid en mijn huisarts kon niet uitsluiten dat ik daar bij het vliegen opnieuw last van zou krijgen. Het heeft me tien jaar lang ervan weerhouden in een vliegtuig te stappen. Dit zal de eerste proef op de som worden. De reis wordt uitgevoerd door Flybe met een Bombardier Dash 8 turboprop toestel voor 78 passagiers. Dat kan niet boven hoge onweerswolken vliegen zoals vliegtuigen met straalmotoren. Ik gaf het maar over. Bij de controle moet ik mijn flesje water en, vervelender, mijn shampoo inleveren. Onervarenheid om dat als handbagage bij me te hebben. De reis van ruim anderhalf uur verloopt wel met enige turbulentie maar ik heb totaal geen last van duizeligheid. Dat is al het eerste succes van deze reis! Nu liggen allerlei vakantie bestemmingen die ik had afgeschreven weer binnen bereik.
Rosie, een vriendelijke vrouw, oudgediende van de Findhorn gemeenschap, komt ons ophalen op Inverness airport. Dit deel van Schotland is ruiger dan het landschap dat ik van Atlantische kust in Normandië ken. Behalve door het koolzaad kleuren de heuvels geel door een weerbarstige struik die je overal langs de Atlantische kusten van Europa kunt aantreffen. Hij lijkt op brem maar de stengels van de plant zijn breder, het is de taaie gaspeldoorn. In de verte, aan de overkant van de Moray Firth zijn in de Highlands nog besneeuwde bergtoppen te zien.
Ik heb nog een andere handicap, een opkomende zware verkoudheid. Even heb ik overwogen de hele reis af te zeggen maar ik heb de knoop toch doorgehakt en ben gegaan met een vervelende keelpijn en hoest. Misschien zijn het zenuwen, dacht ik, en gaat het straks over. Maar dat is helaas niet zo. Moeilijk om met schorre stem te praten, terwijl er juist zoveel te praten valt.
Is Findhorn zo bijzonder als wordt beweerd? Ik vind bij de eerste indruk eigenlijk van wel. De planten barsten vaak uit hun voegen door de geweldige groeikracht van de omgeving.
Verder hangt er een liefelijke sfeer. We maken in het Community Center van het Findhorn park een kring om de zegen te vragen over het avondeten. Meisjes versieren hun haar met madeliefjes, honderden mussen tjilpen, merels zingen wat verder weg hoog in de bomen hun avondlied. Een muzikant speelt fluit onder de gigantisch grote taxus boom in het midden van het grasgazon voor het Community Center gebouw.
Na het avondeten zitten we nog in de laatste zonnestralen waar men hier met smart op heeft gewacht na een week van storm en regen. Lisette leidt ons naar bijzondere plekken, zoals de tuin waar Eileen Caddy en haar man Peter ruim vijftig jaar geleden zijn begonnen in een blauwe caravan, die er als monument nog steeds staat. Boven de caravan is een enorme wit-roze clematis ver in de bomen uitgegroeid en hangt nu als een gordijn teer naar beneden. De Findhorn Community is een nog altijd springlevende getuige van de hippy tijd. Het adagium van Peter Caddy voor de gemeenschap is op het hek van de oude groentetuin aangebracht: Work is love in action. Eileen Caddy’s adagium was Listen to the still, small voice within en dat van Dorothy Maclean: Co-creation with nature.
We slapen de eerste nacht, omdat onze kamers nog in gebruik zijn voor een lopend programma, in het dorp Findhorn in de authentieke herberg Anchor and Crown. Eenvoudig maar voldoende. Toen Rosie de volgende dag Lisette vroeg hoe het was geweest en wat voor cijfer ze het verblijf zou geven zei ze in haar kenmerkende enthousiasme: een tien! Haar vriendin en ik hielden het op een zeventje.
Voor het gaan slapen spreken we nog over de bijzondere energie op deze plek die de planten uit de grond doet spuiten en die lijkt opgenomen in een groter geheel dat heel Schotland met zijn enorme lengte aan kust omvat. Ik moest denken aan het beleven in de Middeleeuwen van Vrouwe Europa, een energetisch wezen dat op oude kaarten is afgebeeld.
Zou hier in Schotland net zo’n energetische opbouw bestaan?
6 juni
Ik ben deze zaterdag behoorlijk beroerd. Veel hoesten. Lisette weet me toch over te halen in de koude wind een korte wandeling naar de kust te maken. Ruig landschap. Aan de rand van het brede strand langs de Moray Firth ga ik tussen het helmgras uit de wind liggen om te luisteren naar de fluistergeluiden die de wind tevoorschijn tovert. De andere twee lopen naar de waterlijn om de zee met hun handen te begroeten.
Ik schrik op uit mijn sluimering als ze weer boven mij staan, twee lange boden uit de aardse wereld. We ontbijten in de drukbezochte Bakery. Om half twaalf worden we door Rosie opgehaald om naar het terrein van de Findhorn Community te verhuizen. Na de lunch geef ik er de voorkeur aan een middagslaapje te doen. De twee anderen zijn fitter en ondernemender en lopen nogmaals naar het strand.
Aan het einde van de middag laat Lisette ons een andere bijzondere plek op het terrein zien. Half in de grond verscholen heeft de man van Rosie decennia geleden een grotachtig cirkelvormige Nature Sanctuary gemaakt.
Binnen kunnen de aanwezigen in een cirkel zitten omsloten door de beschermende omhulling van de aarde. We mediteren er tien minuten. Het gebouw is door de kunstig gestapelde stenen aan de buitenkant een echte kabouterplek geworden, met een door gras begroeid dak. Een mooi product van samenwerken tussen mens en elementenwezens, dacht ik.
De andere twee lopen van hieruit door naar het dorp voor een dinerafspraak. Ik ga liever terug, bak een omelet en duik in bed. Een onrustige nacht volgt maar ik krijg de indruk nu het dieptepunt van de verkoudheid te passeren.
7 juni
De ochtend van de eerste Forumdag beginnen we om half tien op aanraden van Lisette met het participeren in het zingen van liederen zoals dat elke zondag in deze gemeenschap gebeurt, steeds onder leiding van een paar anderen uit de groep die deze gewoonte gaande houdt. De liederen zijn afkomstig van de Taizé-gemeenschap, die in 1940 door de Zwitserse protestant Roger Schutz werd opgericht in het Franse dorpje Taizé. Zijn grote streven was de gescheiden christelijke kerken weer te verzoenen. De gemeenschap heeft door de jaren heen een grote aantrekkingskracht op protestantse en katholieke jongeren uitgeoefend en wordt jaarlijks door 200.000 jongeren bezocht. Ik ben er op 25-jarige leeftijd ook tijdens een Paasweekend geweest. In 2005 is de 90-jarige Schutz tijdens een avondgebed voor de ogen van 2500 bezoekers door een verwarde 35-jarige Roemeense vrouw, Luminiţa Solcan, met messteken vermoord.
De Taizé-liederen die in Findhorn gezongen worden kenmerken zich door een herhalend meditatief karakter zodat elk lied eindeloos kan doorgaan. Tijdens de bijeenkomst komen medewerkers en gasten samen in een cirkelvormige ruimte boven het Community Centre, Upper Community Centre geheten. Ondanks mijn schorre stem lukt het om mee te zingen. We zitten gehurkt op de grond met elkaar een spiraal vormend. Ongeveer halverwege de bijeenkomst zingen we het lied Oh Christe Domine Jesu. De tekst is niet veel meer dan deze vier woorden. Maar ik word al zingend en luisterend overmand door een onuitsprekelijke liefde en zachtheid die over me wordt uitgestort. Het is zo teer en liefdevol dat ik niet kan verhinderen dat de tranen over mijn wangen stromen zolang het lied klinkt. Dat allemaal, terwijl het Forum programma nog moet beginnen. Of is dit voor mij de essentie van deze reis? Het belangrijkste gebeurt immers vaak aan het begin. Wat een verrassing.
Na de lunch begint het Forum echt, in dezelfde ruimte, het Upper Community Centre. We zitten in een cirkel met zo’n twintig deelnemers en ieder krijgt gelegenheid zich, lopend langs de cirkel, voor te stellen. Meteen wordt duidelijk dat je hier niet bent gekomen om passief te luisteren, maar om veel van jezelf te laten zien en aan anderen te geven. De middag wordt afgerond met een tour over het park zodat ieder de weg leert kennen.
Na de avondsessie kruip ik snel in bed. Ik ben wat optimistisch geweest te veronderstellen dat ik het ergste heb gehad.
8 juni
Deze dag krijgen we de belangrijkste elementen aangereikt voor de doelen van de week. We komen bijeen in de grote zaal van het Findhorn park, the Universal Hall, waar Robin Alfred ons aan de hand van Shakespeare’s Macbeth leert welke lessen hieruit over Ethisch Leiderschap zijn te trekken. Robin blijkt niet alleen een fabelachtige goede facilitator van de bijeenkomsten, maar ook is hij in staat hele lappen tekst van Shakesperare’s Macbeth uit het hoofd te reciteren. De theater regisseur Richard Olivier heeft Shakespeare’s stukken geïnterpreteerd. Hij richtte Mythodrama op en bewerkte Shakespeares stukken zodat de daarin verborgen levens- en leiderschapslessen zichtbaar werden. Robin maakt ook onderdeel uit van dit team, dat oefeningen toevoegde waardoor je niet alleen luistert naar Shakespeare’s tekst maar aan den lijve ondervindt wat hij beschreef.
In de avond hebben we een gesprek met een aantal mensen van het eerste uur van de Findhorn Community.
9 juni
In het programma voor de week staat deze dag beschreven als Open Space. Het is aan ons om het programma zelf te maken. Al snel staan er een stuk of twaalf thema’s op papier die elk door een deelnemer worden gepresenteerd met een vraag aan de anderen om hulp en feedback of een voorstel voor een co-creatieve sessie waarin het onderwerp zal worden beschouwd. In drie ronden van vier simultane gesprekken worden de onderwerpen belicht, waarbij ieder vrij is om deel te nemen aan de meest aansprekende thema’s. Ook al heb ik zelf geen onderwerp ingediend, het is heel leerzaam om in de discussies van anderen betrokken te zijn.
Aan het einde van de middag worden we naar de andere locatie van de Findhorn Community gebracht, het prachtige oude landhuis Cluny, dat meer landinwaarts ligt. Hier gebruiken we de avondmaaltijd en hebben onderling lange gesprekken.
10 juni
In het Upper Community Centre treffen we elkaar weer deze morgen. We staan stil bij ons eigen ontwikkelingsproces en dit in relatie met onze uiterlijke ambities. Het programma biedt de mogelijkheid dit steeds met andere deelnemers uit te wisselen. In de middag is er een busrit om de natuur in de wijdere omgeving te verkennen bij het punt Randolph’s Leap waar, zoals gezegd wordt, de sluiers tussen de werelden die wij kunnen zien en niet kunnen zien ijl is. Ik besluit om niet mee te gaan, het rustig aan te doen en voor het eerst de wandeling naar het strand te maken.
’s Avonds is er een vrije uitwisseling in de Earth Lodge, zittend op boomstronken in een cirkel, om een kampvuur, in een yurt. Opnieuw gesprekken in een veilige setting waarbij elk zijn of haar ambities, verwachtingen en angsten kan laten zien.
11 juni
En dan is het alweer de laatste dag van het Forum. Voor de afronding zijn we verzameld in het Upper Community Centre. Voor het eerst voel ik me wat beter. Het lijkt wel of ik tijdens deze bijeenkomst niet mocht spreken. Ook nu leidt Robin Alfred alsof het hem geen enkele moeite kost. Eerst krijgen we de gelegenheid om allerlei nog te regelen zaken af te handelen. Want al stonden klimaatverandering en duurzaamheid niet inhoudelijk in het dagprogramma vermeld, in de sessies zijn deze onderwerpen veel ter sprake gekomen en zijn er allerlei ideeën ontwikkeld tussen deelnemers om initiatieven verder uit te werken. Wat normaal de kern van een conferentieprogramma is, werd in deze dagen en-passant ook geregeld. Grappig om te zien dat het zo ook kan. Misschien wel zo effectief, want de afspraken zijn nu gebaseerd op een doorleefde band tussen de betrokkenen.
Dan worden we uitgenodigd om op te staan en langs elkaar te lopen tot we iemand vinden waarmee we twee vragen willen uitwisselen: Wat zie ik als je hoogste potentie? En daarna: Wat is je belangrijkste punt om op te letten bij het realiseren daarvan? Dit kan van ons gevraagd worden omdat we elkaar de afgelopen dagen behoorlijk goed hebben leren kennen. Het proces herhaalt zich vier, vijf keer. Ik merk dat we de gelegenheid krijgen in de geopende ziel van de ander te mogen kijken en dat het onze verantwoordelijkheid is zo zuiver mogelijk weer te geven wat dan wordt waargenomen waarop de ander het ook onbevangen kan ontvangen. Het levert heel bijzondere ontmoetingen op. Zo ontstaat in veel opzichten het hoogtepunt van de hele bijeenkomst. Elementen die ik ontvang zijn bijvoorbeeld een oproep meer mijn gevoel te volgen in de komende fase van mijn leven en valse bescheidenheid los te laten.
Bij het afscheid is er veel hugging. Het was voor mij hartverwarmend hoe de groep me steeds weer verwelkomde en me op mijn gemak stelde ondanks mijn afstotelijke gehoest en gesnuit.
12 juni
In de loop van de week is het weer steeds mooier geworden. Nu we eind van de ochtend terug vliegen naar Amsterdam belooft het een zomerse dag te worden. De luchthaven van Inverness is piepklein en omvat twee Gates. De ruimte zit vol. De sfeer is uitbundig. Het blijkt dat het Schotse voetbalteam tegen Ierland gaat spelen. Mannen in klederdracht drinken zich vast in. We struikelen over de lege bierflesjes. Eenmaal in ons toestel gezeten blijkt al gauw dat ook hier een feestje gaande is. Een van de medepassagiers is jarig en heeft een groep vrienden en vriendinnen meegevraagd om dit in Amsterdam te gaan vieren. Bier en wijn vloeien rijkelijk. Wie niet tot de party behoort kan zich niet aan het feestje onttrekken. In Amsterdam is de temperatuur al flink opgelopen tot 25 graden. Mijn trui en jas zitten daarbij behoorlijk in de weg. Lisette loopt met grote passen op de douane af en heeft geen aparte bagage waarop ze hoeft te wachten, zoals ik. We nemen afscheid en ze beent zich een weg naar rustiger oorden. Ik ben haar erg dankbaar voor de uitnodiging want, ondanks mijn slechte gezondheid, had ik de reis en bijeenkomst echt niet willen missen.
Het is moeilijk te omschrijven wat deze week me heeft gebracht. De deelnemers uit Engeland, de Verenigde Staten, Scandinavische landen, Turkije, Frankrijk en Nederland vormden vanaf de eerste dag moeiteloos een team. Misschien was dat vanzelfsprekende samengaan wel het grootste wonder van deze week in Findhorn dat je makkelijk ontgaat als juist het bijzondere. En nog meer bijzonder vind ik achteraf dat de staf van Findhorn zo’n open hart heeft dat je ze bij de eerste kennismaking als vrienden omarmt met een gevoel alsof je ze altijd al hebt gekend. Hun houding is geen pose, het is de werkelijkheid van de nieuwe mens die hier geboren wil worden.