Soms hoor je dat duurzaamheid inmiddels een achterhaald begrip is. Het gaat inderdaad al een hele tijd mee. Maar het zou zonde zijn om een thema dat nu pas vaart krijgt in de praktijk van alledag weer weg te gooien en te vervagen door thema’s als resilience (weerbaarheid), innovatie of wat dan ook. Aan het duurzaamheidsthema zien we juist dat zo’n groot ideaal decennia nodig heeft voor het in de samenleving grote groepen bereikt en zijn transformerende werk gaat doen. Duurzaamheid is een moderne vertaling van vroegere thema’s, van wat vroeger solidariteit, broederschap, rentmeesterschap, hygiëne en voorspoed heette. Het weerspiegelt het gegroeide bewustzijn van de samenhang der dingen dichtbij en ver weg. Het komt voort uit het bewustzijn dat er op onze planeet wel tijdelijk maar niet permanent problemen op anderen kunnen worden afgewenteld. Dat onze planeet de boom is waarin we zelf nestelen en die ons voedt. Dat andere landen samenhangen met ons eigen land. Dat het niet gaat om onze voorspoed alleen, maar om die van ons allemaal. Dat het niet gaat om ons eigen belang alleen, maar om ons collectieve belang. Daarom is duurzaamheid een zaak van onze houding als manager, producent, consument, familielid en burger.
In een eerdere blog (duurzaamheid 1) schreef ik al over vijf duurzaamheid houdingen:
1. overleven door alles in te zetten voor je eigen belang,
2. je houden aan de regels,
3. onderhandelen over het best mogelijk compromis,
4. vooraf vrijwillig rekening houden met anderen, en
5. gezamenlijk je open stellen voor de best mogelijke oplossing voor het geheel.
Nu zal daarop uitgebreider worden ingegaan.
Het bestaansrecht van je eigen belang
Het is niet zo dat de hogere houdingen altijd de beste opties zijn. Elke houding heeft zijn eigen bestaansrecht. Een kunstenaar moet egoïstisch en eigenwijs zijn op het moment dat hij of zij wil scheppen. Evenzo geldt dat voor ouders die een ‘ruimte’ willen veroveren voor het bestaan van hun gezin.
Het collectieve belang blijft altijd relevant
Maar tegenover al die gerechtvaardigde strevingen naar het eigenbelang staat ook het collectieve belang om de gemeenschappelijke bestaansvoorwaarden in stand te houden. Daar komt de overheid, dat zijn wij gezamenlijk, voor op. Wie aantast wat voor ons collectieve voortbestaan essentieel is [de rechtstaat, een schoon milieu, een goede gezondheidszorg, een adequate defensie van het grondgebied, de wegen en dijken, etc.], die moet tot de orde geroepen worden. Het meest duidelijk komt de overgang van de eerste naar de tweede houding in beeld in de klassieke Western films van naar bijvoorbeeld goud zoekende mannen en de sheriff die law and order in de stad moet bewaken. In Nederland is dezelfde discussie momenteel aan de orde rond de ruimte die (potentiële) jihad strijders moet worden geboden die wel de rechten maar niet de plichten van de rechtstaat onderschrijven. Het je aan de regels houden blijft, net als het opkomen voor je eigen belang, altijd relevant.
Mutual Gains
Maar er is meer. Want een samenleving die zich alleen aan de regels houdt verstart. Ieder mens heeft ook een ondernemende kant in zich, die binnen het zoeken naar het eigen belang en binnen de regels van de gemeenschap, nieuwe kansen zoekt door met anderen afspraken te maken en deals te sluiten. Dat vraagt interactie met anderen, luisteren naar wat de ander wil en een weg zoeken om het eigen belang en het belang van de ander tot een voor beiden zo gunstig mogelijk resultaat te brengen. Het handje klap op de markt over de prijs van handelswaar is een uitstekend voorbeeld hiervan. Wie vanuit macht de ander wil dwingen om tot een afspraak te komen zal geen optimaal resultaat bereiken. Een onderhandelingsaanpak die voor beide partijen het best haalbare wil bereiken is bekend geworden als Mutual Gains. Belangrijke voorwaarde is vertrouwen in wat beide partijen te bieden hebben en dat wat ze zeggen ook klopt. Als je fruit koopt dat achteraf half verrot blijkt zal je als de koper niet meer terug komen bij de groenteboer of scherper afdingen. Iedereen is wel vertrouwt met deze drie basishoudingen.
Wanneer de overheid kan terugtreden…
Het vernieuwende van duurzaamheid is dat in het maatschappelijke verkeer er een nog verder ontwikkelde houding begint te ontstaan. Dat is de duurzaamheidshouding. Deze vierde houding getuigt van inclusief denken, het vooraf meenemen van alle belangen in je beslissingen en initiatieven. Sommige bedrijven gaven daarbij het voorbeeld door milieugroepen, het WNF of Natuurmonumenten e.d., bij het ontwikkelen van nieuwe projecten van het begin af aan mee aan tafel te vragen. Niet langer werd macht het leidende beginsel, maar inleving in de werkelijke argumenten van de andere partijen. Daarbij moeten partijen elkaar niet alleen kunnen vertrouwen, ze moeten ook sympathie voor de overwegingen van elkaar gaan opbrengen. Wanneer projecten zo tot stand komen kan de overheid in zekere zin terug treden. Het collectieve belang heeft immers in de vorm van belangen van al de deelnemers bij de ontwerp fase al meegespeeld. De overheid kan volstaan met controle achteraf. Het is nog moeilijk om zulke projecten van de grond te krijgen, want al gauw zitten er ook mensen aan tafel die zelf niet anders dan vanuit de eerste of tweede duurzaamheidshouding kunnen denken. Helaas is dat vooral bij het monopolistische grote bankwezen in Nederland nog steeds het geval. Of het project moet langs ambtenaren die vast zitten in de gepolariseerde kaders die gebruikelijk waren bij de overheden.
Kwetsbaarheid aan durven
Het zal duidelijk zijn dat de nog verder ontwikkelde vijfde duurzaamheidshouding het minst vaak voorkomt. Daarbij gaat het om groepen die voortkomen uit de groep waar de vierde houding heeft post gevat en die met elkaar het aandurven zich nog kwetsbaarder op te stellen. Zij staan open om te helpen verwezenlijken wat voor het collectief als potentiele beste oplossing naar voren komt. Er zijn bedrijven die in een aantal opzichten zover willen gaan. Jonge startende bedrijven maar ook gevestigde bedrijven die zich niet alleen willen richten op het verkopen van hun producten maar ook op het oplossen van een maatschappelijk vraagstuk als een duurzame wereld energie voorziening, ondervoeding of juist obesitas.
Duurzaamheid is afhankelijk van mensen die het zelf willen
Praten over houdingen is een stuk makkelijker dan in je dagelijkse leven vanuit een hogere duurzaamheidshouding handelen. Ieder zal in zijn of haar persoonlijke leven merken dat een mens niet gekoppeld is aan één van deze vijf houdingen. In ieder van ons spelen ze alle vijf voortdurend een rol. De opgave is om in elke situatie bewust de best mogelijk houding te kiezen en van daaruit te vertalen welk gedrag daarbij hoort. Leiderschap is de groep betrokkenen oproepen om de eerdere dominante houdingniveau een stap hoger te brengen en dat voor te leven. Toen de eerste milieuconvenanten tot stand kwamen moest de gepolariseerde tweede duurzaamheidshouding overwonnen worden. Bij bijvoorbeeld het convenant met de basismetaal industrie was het de CEO van Hoogovens die een leidende rol naar de branche speelde en zo het vertrouwen van de deelnemers wist te winnen om met de overheden tot lange termijn afspraken over het drastisch verminderen van de vervuiling te komen.
Het omgekeerde komt ook vaak voor. Sommige omstandigheden leiden gemakkelijk tot het terugvallen in lagere houdingen. Wanneer mensen in een echtscheidingsprocedure zitten kunnen vroegere geliefden die alles voor elkaar over hadden tot hun eigen verbijstering ontdekken dat ze de ander in hun machtsstrijd en overlevingsdrang nog niet het kleinste meubelstuk meer gunnen. De rol van de mediator is dan om beide partijen naar het hogere derde niveau op te trekken om een rechtvaardig compromis te sluiten. Wie deze vijf houdingen als innerlijk kompas weet te hanteren maakt kans zichzelf aan de eigen haren uit het moeras te trekken. Duurzaamheid is immers geheel afhankelijk van mensen die het zelf willen.
5 september 2014